“Ik zit mij voor het vensterglas onnoemelijk te vervelen”

Pak jij ook op elk onbewaakt ogenblik je telefoon; eigenlijk direct als je je maar even verveelt? Reageer jij op elke piep en bliep? Heb je het idee dat je verslaafd bent aan dat ding? Kortom, word jij afgeleid door je telefoon en denk je dat je aandacht het meest wordt afgeleid door dit ding?

Ikzelf heb dat lange tijd gedacht. Heb toen alle geluiden en meldingen uitgezet, en heb een aantal apps verwijderd. Maar als ik me even verveelde, pakte ik, zonder er echt bij na te denken, dat ding toch weer op. Zat dan wat doelloos te scrollen. Bleef bij zinloze, niet-inspirerende filmpjes hangen. Ken je dat? Net zo lang blijven kijken tot het leuk wordt. En er dan achter komen dat het niet leuk wordt en dat je al minstens een half uur lang je tijd hebt zitten verdoen.

Ik werd me bewust van…

Ineens werd ik me daar bewust van, en ging ik er op letten. Hoe vaak kijk ik eigenlijk op mijn telefoon? Waarom pak ik ‘m als ik even niets te doen heb? Hoe lang ben ik onbewust met dingen bezig die ik eigenlijk helemaal niet wil(de)? Waarom vind ik het moeilijk om me te vervelen? Als kind kon ik dat nog wel eens, maar als volwassene? 

Mijn eigen gedachten

Ik kwam erachter dat niet mijn telefoon, maar mijn eigen gedachten nog veel grotere afleiders zijn. Ik vind het moeilijk om gewoon voor me uit te staren. Kan mijn aandacht er niet bij houden. Mijn gedachten, en dus mijn aandacht, vliegen alle kanten op, ik maak in gedachte to-do-lijstjes, probeer te onthouden wat ik allemaal denk, maar dat lukt niet, herhaal (meestal negatieve) gesprekken die ik eerder gevoerd heb. Daar word ik heel onrustig van; en ik niet alleen, wij allemaal. Dat willen we niet. En dus staren we massaal naar onze telefoon als we op het perron op de trein staan te wachten, nemen we de telefoon mee naar de WC als we een grote boodschap moeten doen, pakken we de telefoon als in een restaurant ons gezelschap even naar de WC is. Hm, wat is dat met die WC?

Wat is het nut van verveling?

Maar verveling is goed voor de hersenen; daar rusten ze van uit. Even pauze nemen van concentratie. Misschien lijkt het ontspannend, maar zelfs voor het op je telefoon kijken, moet je je concentreren.

Door het voortdurend heen en weer schakelen tusssen telefoon, luisteren, telefoon, wachten, telefoon, praten, telefoon en denken wordt het steeds moeilijker om orde te scheppen in alles dat je aandacht vraagt. Beperk dus je behoefte en verlangen naar afleiding tot een minimum. Je traint dan je mentale spieren, waardoor het steeds beter lukt orde te scheppen.

Je hoeft niet helemaal met je telefoon op te houden, maar probeer niet bij het eerste teken van verveling ernaar te grijpen. Wacht dus geduldig in een rij en verzink in gedachten. We doen het bijna nooit meer. Maar om je beter te kunnen concentreren, zou je dat vaker moeten doen. Je moet zien te voorkomen dat je telefoon je aandacht helemaal opslokt. Krijg de autonomie terug over je eigen aandacht.

Kan ik mijn aandacht trainen?

Nu ik dit weet, probeer ik me dus af en toe bewust te vervelen, voor me uit te staren, op het perron een beetje te ijsberen. Dat is overigens allemaal hard werken, want ik lijk soms de enige te zijn. Let maar eens op. Kijk eens om je heen en zie waar iedereen mee bezig is.

Dus. Wanneer zat jij je voor het laatst “voor het vensterglas onnoemelijk te vervelen”? Wil jij dat wel weer eens? Ben jij bereid je telefoon uit te zetten en met je aandacht met maar een ding bezig te zijn? Wil jij ontdekken dat het misschien oersaai is om een tijdje alleen maar stil te zitten, je daar wellicht heel onrustig van wordt, en je na een tijdje waarschijnlijk enorme rust ervaart? Ga dan mee met Aandacht & Rust. Het grootste deel van de dag lopen we natuurlijk, maar tussendoor gaan we ons vervelen.

NB “Ik zit mij voor het vensterglas onnoemelijk te vervelen” zijn de eerste twee regels uit het gedicht Spleen van Godfried Bomans.

Spleen

Ik zit mij voor het vensterglas

onnoemelijk te vervelen.

Ik wou dat ik twee hondjes was,

dan kon ik samen spelen.

Vorige
Vorige

Je moet jezelf af en toe kietelen

Volgende
Volgende

Wat kunnen politici leren van een eeuwenoude kloosterwijsheid?