Wat kunnen politici leren van een eeuwenoude kloosterwijsheid?

“Hsd oihgous, maar fzjd hdf en miauhg of oeisp haiug!!” Huh? Wat? Inderdaad, ja. Onverstaanbaar. Maar zo verlopen de meeste verkiezingsdebatten tegenwoordig. Onverstaanbaar. Gekakel. Net een kippenhok. Dwars door elkaar heen praten, en vooral niet naar elkaar luisteren.

Waarom? Waarom laat iemand jou niet uitpraten? Waarom laat jij iemand niet uitpraten?

Wat wil je hiermee bereiken? En denk je dat dat lukt door gewoon door elkaar heen te blijven kakelen?

Kijk, ik begrijp natuurlijk ook wel hoe het werkt.

Hoe voer je een goed debat?

Volgens mij hebben we allemaal vroeger op school geleerd dat je niet door elkaar mag praten. Laat elkaar uit praten. Dus als de een praat, houdt de ander zijn mond. Ook al is dat soms best moeilijk; het is wel wat de meeste mensen doen. Als iemand begint te praten, stop jij met praten. En van precies dát principe maken politici gebruik. Als zij praten, gaan ze ervanuit dat de ander namelijk zijn mond wel zal houden. Als dat niet gebeurt, blijven ze doorpraten, zodat – wat over het algemeen ook gebeurt – de ander alsnog stopt. Maar! Alle politici hebben een mediatraining gevolgd en de deelnemers aan het debat gebruiken deze techniek, waardoor iedereen blijft doorpraten, in de verwachting dat de ander zal stoppen. En dat gebeurt dus niet. Resultaat: onverstaanbaar gekakel in een kippenhok.

Hier kunnen we veel leren van de heilige Benedictus door te kapittelen.

De kloosterregel van Benedictus

Kapittelen komt uit de kloosterregel van Benedictus. Het is het corrigeren of berispen van iemand, iemand aanspreken op wat hij zegt of doet met als doel verbetering of verandering. Het is een vorm van constructieve feedback in een veilige ruimte die gericht is op het bevorderen van luisteren, empathie, begrip, bewustwording en reflectie en het stimuleren van persoonlijke groei.

Wat betekent kapittelen?

Kapittelen komt van het woord kapittel en betekent ‘bijeenkomst van kloosterlingen waarin kloosterregels worden besproken’. Zo hebben benedictijnse kloosters een kapittelzaal.

Omdat kloosterlingen die de regels hadden overtreden bij zo’n kapittel berispt of gestraft werden, kreeg kapittelen ook de betekenissen berispen, straffen en streng terechtwijzen.

In de betekenis ‘vergadering van geestelijken’ echter, zien we deze ook naar voren komen in de uitdrukking een stem in het kapittel hebben, wat mogen meebeslissen en invloed hebben, betekent.

Hoe kan kapittelen worden gebruikt in moderne discussies?

Hoewel het dus een oude praktijk is, kan het nog steeds waardevol zijn in moderne discussies, en worden toegepast als een middel voor begrip, groei en verbetering. Door kapittelen op een constructieve en respectvolle manier toe te passen, kunnen we bijdragen aan vruchtbare en zinvolle discussies waarin we van elkaar kunnen leren.

In mijn aanbod van VIA IONOI gebruik ik kapittelen als gespreksvorm om te discussiëren en elkaars mening of zienswijze af te tasten. Ik stel een thema of vraag aan de orde en iedereen krijgt de gelegenheid zijn visie daarover te geven. Het gaat er niet om het probleem samen op te lossen of het met elkaar eens te worden, maar om uit te zoeken wat een ander ervan vindt.

De spelregels van kapittelen

Het gesprek begint in stilte. Daarna reageert de eerste persoon op het thema of de vraag. Als hij spreekt, houdt de rest zijn mond, ongeacht hoe lang dat duurt. Nadat deze persoon uitgesproken is, zwijgt de hele groep net zo lang als de persoon gesproken heeft. Daarna pas mag iemand anders het woord nemen. En misschien totaal onverwacht, zorgt juist het verplichte zwijgen voor een enorme dynamiek. Oh ja, stond er ook niet iets in de kloosterregels van Benedictus over zwijgen?

Beste Kamerleden, ministers en andere politici

Wilt u eens wat minder op elkaar inhakken om een ander te overtuigen, en wilt u meer tot verdieping komen en ervaren hoe het is om te mogen uitpraten, hoe het is niet te mogen interrumperen, wat het effect van de stiltes is op uzelf en op het gesprek? En houdt u van wandelen? Ga dan eens mee met VIA IONOI.

Vorige
Vorige

“Ik zit mij voor het vensterglas onnoemelijk te vervelen”

Volgende
Volgende

Ken je die mop van die twee die naar Parijs gingen?